Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes schijndood
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
schijndood | Lethargie ; Schlafsucht | |
(heengaan; sterfgeval; verscheiden) | ||
🔗 Heb je hen op de dood voorbereid? | ||
(afgestorven; overleden; ter ziele) | gestorben ; ; verstorben | |
🔗 Onze taal is niet dood. | ||
(levenloos) | entseelt | |
🔗 Dankzij het geld van de heer Bommel zal ik binnenkort in staat zijn dode stof tot leven te wekken. | ||
(glans) | Glanz ; | |
Anschein ; Ansehen ; Augenschein ; Aussehen ; | ||
🔗 Het had er alle schijn van. |