Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes denkbeeldig

Niederländisch	Deutsch (indirekt übersetzt)	Esperanto
denkbeeldig (ideëel)	ideell ; gedanklich ; ideal ; vorbildlich ; Ideen‐	idea
denkbeeldig (fictief; verdicht; verzonnen)	fiktiv ; angenommen ; erdichtet ; fingiert	fikcia
denkbeeldig (imaginair)	imaginär ; eingebildet	imagita
🔗 Annette zou niet onder de indruk zijn van mijn denkbeeldige tuin.
denkbeeld (begrip; benul; idee; notie; opvatting; voorstelling)	Gedanke ; Idee ; Vorstellung ; Begriff ; Grundgedanke	ideo
🔗 Hij had bedacht hoe licht zich daar iets zou kunnen verbergen en dit denkbeeld hield hem dikwijls uit de slaap.