Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes beginneling
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
(beginner) | Anfänger | |
🔗 Hij zegt zelf dat hij nog maar een beginneling is. | ||
(start) | ; Beginn | |
🔗 Vijf minuten na het begin van onze aanval was de strijd afgelopen. | ||
(aanvang; ontstaan) | ; ; Anfangen ; Ausbrechen ; Ausbruch | |
🔗 Aan het begin van de avond is in Vlaardingen een boom op een geparkeerde auto gevallen. |