Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes bankwerker
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Ik sta rood bij de bank. | ||
; | ||
🔗 Hij heeft me een bank aangeboden in de gelagkamer. | ||
(werkbank) | Arbeitsbock ; ; Gestell ; Staffel ; Staffelei ; Werkstuhl | |
🔗 De deur van de bank ging open en de heren verdwenen naar binnen. | ||
🔗 Toen deze wat opgetrokken was, kon men de beklagenswaardige werker met grote snelheid uit het puin zien komen, gevolgd door een regen van stenen die zijn verbolgen makkers hem nawierpen. | ||
(arbeider; werkman) |
Das Wort bankwerker konnte von uns nicht in die selektierte Zielsprache übersetzt werden.