Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais stuiten
| néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
|---|---|---|
| (opspringen) | rebondir | resalti |
🔗 De kogels stuitten tegen de grond, daar waar hij nauwelijks een seconde eerder nog gelegen had. | ||
| (afkeer inboezemen; tegenstaan) | écœurer | |
🔗 Toch stuit het me tegen de borst om het hem te vragen. | ||
| (terugspringen) | rebondir | resalti |
🔗 Driemaal schoot Locksley op De Bracy en driemaal stuitte zijn pijl af op diens wapenrusting. | ||