English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word what

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 What’ll we do?
(that; which);
🔗 He didn’t like what he saw.
(what a)
🔗 What peculiar stuff!
(which)
🔗 What name shall I announce?
(what kind of; what sort of; what manner of);
🔗 What difference does that make?
🔗 Do you know what tomorrow is, Kitty?
(what)
🔗 But what a claw!
what about …?
hoe zit het met …?
kiel estas pri …?
;
por kio
🔗 They want to know, if they say yes to another Brexit extension, what it will be used for.
;
por kio
🔗 What are you giving him a balm for?
what is the matter?
(what is the trouble?; what’s the trouble?; what’s wrong?)
wat scheelt eraan?
(what sort of; what manner of; what); ; ;
🔗 What kind of a man is Underhill, uncle Jesse?
what kind of
(what sort of)
(a little; rather; some; to some extent; a bit; slightly; some amount; any amount; a little bit; a touch; a trifle);
🔗 I try to work with Europeans who speak English or at least understand it somewhat.

EnglishDutch
what al wat; beetje; hetgeen; hoedanig; wat; wat voor; wat voor een; welk; welke
and what not en noem maar op; en wat al niet; en zo meer; enzovoort; enzovoorts
I’ll tell you what ik zal je eens wat zeggen
know what’s what het een en ander weten; niet van gisteren zijn; van de hoed en de rand weten
so what! het zal mij een biet zijn!; wat dan nog!
so what? nou en?; o ja?
well, what of it? en wat zou dat?
what a wat een
what about …? en … dan?; hoe staat het met …?; hoe zit het met …?; wat zou je denken van …?
what do I care? wat deert het mij?
what … for waar … voor; waarvoor
what for waarom; waarvoor
what if wat gebeurt er als
what is it called? hoe heet dat?
what is the matter? wat is er aan de hand?; wat is er gaande?; wat is er?; wat scheelt eraan?; wat schort eraan?
what of …? hoe staat het met …?
what of it? wat zou dat?
what’s yours? wat neem je?; wat wilt u gebruiken?; wat zal het zijn?
what there is of it voor zover het er is
somewhat enigszins; iets; ietwat; lichtelijk; min of meer; wat
what‐d’ye‐call‐it hoe‐heet‐’t