English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word warning

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
warning
(alert; caveat; caution)
warning
(exhortation)
warning
waarschuwend
(caution; alert)
🔗 Many have asked whether Mr. Xí was warned about the imminent war when he sat next to his Russian counterpart who must have been considering barely anything else at the time.
🔗 Shall I warn the warriors?

EnglishDutch
warning aankondiging; aanmaning; aanzegging; opzegging; vermaan; vermaning; verwittiging; voorslag; waarschuwend; waarschuwing; waarschuwings‐
air‐raid warning luchtalarm
give a month’s warning met een maand de dienst opzeggen; met een maand de huur opzeggen
red warning triangle gevarendriehoek
take warning by somebody’s mistakes zich aan iemands fouten spiegelen
take warning from zich spiegelen aan
warning light waarschuwingslicht
warning shot waarschuwingsschot
warning triangle gevarendriehoek
warn aanzeggen; vermanen; verwittigen; waarschuwen
warningly waarschuwend