English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word unmoor

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
moor
(fasten; tie; tie on; attach; tether)
; ; ;
moor
(heath; heathland)
; ;

EnglishDutch
unmoor losgooien; losmaken
moor aanmeren; afmeren; hei; heide; heidegrond; heideveld; meren; vastleggen; vastmeren; veen; verankeren