English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word thrill with
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
thrill (delight; bewitch; dazzle) | in verrukking brengen ; |
English | Dutch |
---|---|
thrill with | ⇆ doen rillen van; ⇆ doen trillen van |
thrill | ⇆ aangrijpen; ⇆ doen huiveren; ⇆ doen rillen; ⇆ doen trillen; ⇆ doorhuiveren; ⇆ doortintelen; ⇆ huiveren; ⇆ huivering; ⇆ in opwinding brengen; ⇆ ontroeren; ⇆ rillen; ⇆ rilling; ⇆ schok; ⇆ sensatie; ⇆ tintelen; ⇆ trillen; ⇆ trilling |