English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word stunning

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
stunning
(breathtaking)
(appal; dismay; puzzle; alarm; dumbfound; stupefy; disconcert; startle; stagger; take aback; astound; unnerve; upset; discomfit);
(paralyse)
(drug; intoxicate; stupefy; put out)
svenigi

EnglishDutch
stunning bedwelmend; bewusteloos makend; bloedmooi; fantastisch; mieters; verbluffend; verdovend
stun bedwelmen; bewusteloos slaan; ontstellen; overweldigen; verbluffen; verdoven