English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word stumbling‐block

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
struikelblok
🔗 Unfortunately, that’s where we have got a stumbling‐block.
(bar; corner);
(boulder; chunk)
(clog; stop up; choke; congest; fill; plug; stuff; tamp; stop; stopper)
ŝtopi
(cliché)
(bar; obstruct; dam; exclude; stem); ; ;
🔗 Meanwhile, John Eastman, the conservative attorney who falsely told Trump that vice‐president Mike Pence could block the certification of Biden’s win, could join Trump’s legal team defending him in the upcoming impeachment trial, a person familiar with the matter said.

EnglishDutch
stumbling‐block hinderpaal; steen des aanstoots; struikelblok
block aandelenpakket; afsluiten; afzetten; belemmeren; belemmering; blocnote; blok; blokkeren; blokkering; cliché; huizenblok; katrol; katrolblok; obstructie; opstopping; pakket; serie; stremmen; stremming; tegenhouden; verhinderen; versperren; verstoppen; vorm; vorm voor hoeden
stumbling struikeling