English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word split‐screen

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
;
schut
(filter; strain); ;
(sift; sieve; strain)
(sieve; strainer);
zift
(cleave; rend)
🔗 It seemed to Rand like years since there had not been firewood to split.
(burst; crack); ; ;
(dispersion; division; separation)
(dispersion; divergence; divide; division; gap; separation)
splitsing
(crack; crevice; cleft; gap; fissure; chink);
(cleave);
<kloven van een mineraal>
;
🔗 This begin to split in the Jurassic Period.

EnglishDutch
split‐screen split‐screen
screen aan de tand voelen; afschermen; afschutten; afschutting; beeldscherm; beschermen; beschutten; beschutting; bioscoopscherm; dekken; dekking; doek; grove zeef; hek; hor; koorhek; maskering; maskéren; projectiescherm; raster; rooster; sauveren; scherm; schut; schutsel; screenen; verbergen; verfilmen; vertonen; vliegenraam; voorruit; ziften
split <een hoeveelheid drank van half de gebruikelijke hoeveelheid>; aftaaien; barsten; bersten; breuk; delen; gespleten; gesplitst; onenigheid; samen delen; scheur; scheuren; scheuring; spleet; splijten; splitsen; splitsing; splitten; spreidzit; tweespalt; uit elkaar gaan; uiteengaan; verdelen; verklikken; verraden; zich splitsen; ’m smeren