English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word sky‐blue

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
sky blue
;
sky blue
🔗 “Think of the blue sky,” said Mazirian, “the white stars, your castle Miir by the river Derna.”
(heaven; welkin);
🔗 Above in the sky shone the stars.

EnglishDutch
sky‐blue azuren; hemelsblauw
sky blue azuur
blue azuur; beteuterd; blauw; blauw verven; blauwen; blauwkous; blauwkousachtig; blauwsel; door het blauwsel halen; doorhalen; erdoor jagen; jantje; landerig; lucht; neerslachtig; obsceen; pornografisch; schuin; somber; zee‐
sky de lucht in gooien; de lucht in schoppen; de lucht in slaan; firmament; heel hoog ophangen; hemel; hemelsblauw; lucht; luchtstreek; uitspansel