English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word scraper

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
scrape
(scrape off; scratch off)
scrape
; ; ;
skrapi

EnglishDutch
scraper krabber; krabijzer; krasser; schraapijzer; schraapmes; schrabber; schrabijzer; schrabmes; schraper; schrapper; voetenschrapper; voetschrapper
dough scraper pannelikker
mud‐scraper voetenschraper
scrape afkrabben; afschrabben; afschrapen; afschrappen; gekrab; gekras; krabben; kras; krassen; krassen op; moeilijkheid; schaafwond; scharrelen; schrabben; schrapen; schrappen; schuren; schuren langs; strijkage; verlegenheid