English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word scare story

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(deter; discourage; frighten off)
fortimigi
(frighten; alarm; chill; intimidate; startle; affright; daunt);
🔗 They scare me, too.
schrikaanjaging
;
vreesaanjaging
;
(narrative; tale; account); ;
🔗 Maybe I want to see some of the places I hear about in the stories.
(history); ;
🔗 When you get to Oz do not be afraid of him, but tell your story and ask him to help you.
(fairy‐tale)

EnglishDutch
scare story angstaanjagend verhaal
scare afschrikken; bang maken; bangmakerij; doen schrikken; doen terugschrikken; paniek; schrik; verschrikken
story artikel; geschiedenis; historie; kranteartikel; legende; leugentje; relaas; verdichtsel; verhaal; vertelling; vertelsel