English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word roof‐top

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
; ;
🔗 The roofs were probably thatched.
(truncate)
senpintigi
(truncate);
(truncate)
stumpigi
(summit; surface); ; ;
topje
(coping; ridge);
(pointed; spiked; peak)
pinta
(superior; dominant; overwhelming; premium; senior; supreme; upper; ascendant); ; ;
(top‐deck; roof rack)
;
(spinning‐top)

EnglishDutch
roof‐top dak
proclaim from the roof‐tops van de daken schreeuwen
shout something from the roof‐tops iets van de daken schreeuwen
roof dak; gewelf; kap; onder dak brengen; overkapping; overwelven; van een dak voorzien; verhemelte
top afknotten; aftoppen; bedekken; beklimmen; blad; boveneind; boveneinde; bovenkant; bovenste; bovenstuk; bovenzij; bovenzijde; dak; deksel; dop; eerste; hemel; hoofd; hoogst; hoogste; hoogste versnelling; imperiaal; kap; kroon; kruin; langer zijn dan; mars; oppervlakte; overtreffen; punt; spits; tol; top; topje; toppen; toppunt; uitmunten; zich verheffen; zich verheffen boven