English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word resuscitation
English | Dutch |
---|---|
resuscitation | ⇆ herleving; ⇆ opwekking; ⇆ reanimatie |
mouth‐to‐mouth resuscitation | ⇆ mond‐op‐mondbeademing |
resuscitate | ⇆ de levensgeesten weer opwekken bij; ⇆ doen herleven; ⇆ in het leven terugroepen; ⇆ oprakelen; ⇆ opwekken; ⇆ reanimeren; ⇆ weer tot leven brengen |