English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word privacy

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
privacy	beslotenheid	privateco
🔗 There is no need for privacy.
privacy (isolation; solitude; loneliness)	eenzaamheid	soleco
private	besloten ; onderhands	nepublika
private (personal)	besloten ; privaat ; privé‐	privata
private	ambteloos	senofica
private	particulier	privata
🔗 There is no harm enjoying one’s private garden.
private	particulier	privata
🔗 His private life is also much talked about.

English	Dutch
privacy	⇆ afzondering; ⇆ privacy; ⇆ privéleven; ⇆ teruggetrokkenheid
in strict privacy	⇆ in strikt vertrouwen
privacy of correspondence	⇆ briefgeheim
private	⇆ afzonderlijk; ⇆ besloten; ⇆ buitengerechtelijk; ⇆ eigen; ⇆ fuselier; ⇆ geheim; ⇆ gemeen soldaat; ⇆ gewoon soldaat; ⇆ heimelijk; ⇆ mindere; ⇆ onderhands; ⇆ particulier; ⇆ persoonlijk; ⇆ piot; ⇆ privaat; ⇆ privé‐; ⇆ soldaat; ⇆ teruggetrokken; ⇆ verboden toegang; ⇆ vertrouwelijk