English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word precipitate
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
precipitate | doen neerslaan | precipiti |
🔗 Winter precipitation in most parts of the country usually falls as snow. |
English | Dutch |
---|---|
precipitate | ⇆ doen neerslaan; ⇆ haastig; ⇆ neerslaan; ⇆ neerslag; ⇆ neerstorten; ⇆ neerwerpen; ⇆ onbezonnen; ⇆ overhaast; ⇆ overijld; ⇆ precipitaat; ⇆ precipiteren; ⇆ storten; ⇆ werpen |
precipitance | ⇆ overhaasting; ⇆ overijling |
precipitancy | ⇆ overhaasting; ⇆ overijling |
precipitation | ⇆ haast; ⇆ neerslag; ⇆ overhaasting; ⇆ overijling; ⇆ verhaasting |