English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word occasionally

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
occasionally
(now and then; from time to time; periodically)
; ; ;
occasionally
(once; on occasion; sometimes)
; ;
op een keer
; ;
occasionally
(several times; sometimes)
; ; ;
gelegenheids‐
;
foja
kelkfoja
🔗 There have been occasional attempts to make use of the Deseret alphabet in recent years.

EnglishDutch
occasionally af en toe; bij gelegenheid; bij tijden; een enkele keer; nu en dan; nu en doen; te hooi en te gras; van tijd tot tijd; zo nu en dan
occasional enkel; gelegenheids‐; nu en dan voorkomend; occasioneel; onregelmatig; soms voorkomend; toevallig