English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word nutshell

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 Many nuts are lost due to damage from the larvae, which burrow through the nutshell.
;
om kort te gaan
resume
🔗 That, in a nutshell, has been the state of play for months.
🔗 The husk is best removed when green, as the nuts taste better if it is removed then.
;
schroefmoer
(carapace);
; ;
(peel; skin);
senŝeligi
(bark; husk; peel; hull; skin); ;
🔗 The shells will be supplied by French arms maker Nexter and Germany’s Junghans, according to an industry source.
(bombard; strafe)
(grenade)

EnglishDutch
nutshell notedop
in a nutshell in een notedop; in kort bestek
the world in a nutshell de wereld in het klein
nut bal; freak; gek; heertje; hoofd; idioot; kanis; kloot; kop; mafkees; mafketel; moer; moerschroef; noot; noten plukken; schroefmoer; slof; test
shell bast; beschieten; bestoken; bolster; dekschild; dop; doppen; geraamte; granaat; huisje; huls; hulsel; ontbolsteren; pel; pellen; peul; romp; schaal; schelp; schil; schild; schillen; schulp