English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word modifier
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
modify (alter; amend) | ; |
English | Dutch |
---|---|
modifier | ⇆ beperkend bijwoord; ⇆ modifier; ⇆ veranderingsfactor; ⇆ wijziger |
modify | ⇆ beperken; ⇆ matigen; ⇆ modificeren; ⇆ ombouwen; ⇆ relativeren; ⇆ veranderen; ⇆ verzachten; ⇆ wijzigen |