English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word minister of the interior

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
minister of the interior (interior minister)	minister van binnenlandse zaken	ministro pri enlandaj aferoj
interior (inside)	binnenste ; interieur	interno
interior (inner; inside; internal; endogenous; inland)	binnenlands ; binnenste ; innerlijk ; inwendig	interna
interior	binnenlands	internlanda
minister	bewindsman ; minister	ministro
🔗 Has your honour had time to read the reasons of the minister?
minister (clergyman; priest)	geestelijke ; pastor ; priester ; zielverzorger ; herder	pastro
🔗 And now the minister prayed.
minister (pastor)	dominee	pastoro
minister (female minister; secretary)	bewindsvrouw ; minister	ministrino

English	Dutch
minister of the interior	⇆ minister van binnenlandse zaken
interior	⇆ binnenland; ⇆ binnenlands; ⇆ binnenste; ⇆ binnenwerk; ⇆ binnen‐; ⇆ innerlijk; ⇆ interieur; ⇆ inwendig
minister	⇆ bewindsman; ⇆ bewindsvrouw; ⇆ dienaar; ⇆ dominee; ⇆ gezant; ⇆ leraar; ⇆ minister; ⇆ predikant