English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word measuring‐tape
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
tape (band) | met een band omgeven | bendi |
tape (binding; strip; band) | ; |
| English | Dutch |
|---|---|
| measuring‐tape | ⇆ lintmeter; ⇆ meetband; ⇆ meetlint |
| measuring | ⇆ maatnemen; ⇆ maat‐; ⇆ meet‐; ⇆ meten; ⇆ meting |
| tape | ⇆ band; ⇆ bandje; ⇆ boordlint; ⇆ casseteband; ⇆ centimeter; ⇆ doorhebben; ⇆ geluidsband; ⇆ intapen; ⇆ lint; ⇆ meetband; ⇆ meetlint; ⇆ met een band vastmaken; ⇆ met een lint vastmaken; ⇆ op een band opnemen; ⇆ papierstrook; ⇆ plakband; ⇆ strook; ⇆ tape; ⇆ telegrafisch koersbericht; ⇆ veterband |