English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word maturity

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
maturity
(ripeness)
maturity
(maturation)
(ripe)
🔗 The structure just described is that of a mature cell.
(ripen);
maturiĝi

EnglishDutch
maturity rijpheid; vervaldag; vervaltijd
at maturity op de vervaldag; op de vervaldatum
sexual maturity geslachtsrijpheid
mature bezonken; rijp; rijp maken; rijp worden; rijpen; vervallen; voldragen