English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word interest oneself in

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
interest	belang inboezemen ; interesseren	interesi
🔗 Jubal saw nothing to interest him.
interest	belangstelling ; interesse	interesiĝo
🔗 And T’sais watched with little interest.
interest (stake; behalf)	belang	intereso
🔗 However, it is hard to see why it would be in Jeremy Corbyn’s interest to give her that support.
interest	interest ; rente	rentumo
interest	animo	aĉetfervoro

English	Dutch
interest oneself in	⇆ belang stellen in; ⇆ zich gelegen laten liggen aan; ⇆ zich interesseren voor
interest	⇆ aandeel; ⇆ belang; ⇆ belang doen stellen; ⇆ belang inboezemen; ⇆ belangstelling; ⇆ de belangen raken van; ⇆ interesse; ⇆ interesseren; ⇆ interest; ⇆ intrest; ⇆ partij; ⇆ protectie; ⇆ rente; ⇆ voordeel