English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word induction

English → Dutch
  
EnglishDutch
induction bevestiging; gevolgtrekking; inductie; inlaat; installatie; inwijding; opwekking
induction coil inductieklos
induction course voorbereidende cursus
induction tension inductiespanning
induction voltage inductiespanning
induct bevestigen; installeren; inwijden
induction‐current inductiestroom
superinduction bijvoeging; toevoeging