English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word import

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(introduce);
🔗 At present only the US state of Pennsylvania requires inspection of imported L. barbarum plants.
(concern; importance; seriousness; significance; weight; moment; consequence)
🔗 Still, he wondered why the selection of the town’s loveliest was a matter of such import.
;
importita
🔗 Trump has long been fixated on imported cars.

EnglishDutch
import betekenen; betekenis; import; importeren; inhouden; invoer; invoeren; portee
article of import invoerartikel
import ban invoerstop; invoerverbod
import embargo invoerverbod
import harbour invoerhaven
import licence invoervergunning
import permit invoervergunning
import prohibition invoerverbod
import restriction invoerbeperking
import trade invoerhandel
importable importeerbaar; invoerbaar
importation import; invoer; invoerartikel; invoering
imported geïmporteerd; ingevoerd
importer importeur
imports belang; belangrijkheid; betekenis; gewicht; gewichtigheid; inverartikelen; invoer; invoerartikelen
reimport wederinvoer; wederinvoeren