English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word home front

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
antaŭa flanko
(battlefront; frontage);
🔗 Ukrainian troops are making advances on the eastern front around the city of Bachmut, according to deputy defence minister Hanna Maljar.
; ;
🔗 Anyway, that’s why we’re going home.
tehuis
;
🔗 But since leaving home he had seen too many stories walking in the flesh ever to be so sure again.
(domestic)

EnglishDutch
home front thuisfront
front aan het hoofd staan van; als façade dienen; als stroman dienen voor; borst; eerste; façade; front; front maken tegen; frontje; gevel; leiden; liggen tegenover; mantelorganisatie; onbeschaamdheid; presenteren; staan tegenover; strandboulevard; stroman; toer; van voren voorzien van; voorgevel; voorhoofd; voorkamer; voorkant; voorpand; voorste; voorste gedeelte; voorstuk; voorzij; voorzijde; voor‐
home asiel; binnenlands; gezin; honk; huis; huiselijk; huisgezin; huishouden; huislijk; huistoe; huisvesten; huiswaarts; huis‐; inheems; inlands; inrichting; land; naar de finish; naar het doel; naar huis; naar huis vliegen; raak; tehuis; thuis; thuis‐; vaderland; vast; verblijf; woonstede; zenuwinrichting