English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word footstool

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
footstool
voetbankje
🔗 It probably stood 11½ feet tall and couldn’t fly—but this bird was fast.
(paw);
🔗 Bring the lady forth, and we’ll lay the gold at your feet.
(foot‐end);
(small bench)
;
(dung; excrement; shit; excrements; faeces; droppings; stools; muck; turd)
🔗 She had blood in her stool.

EnglishDutch
footstool taboeret; voetbank; voetenbank; voetenbankje
foot een voet breien aan; infanterie; man; poot; versvoet; voet; voeteind; voeteinde; voeteneind; voeteneinde; voetpunt; voetvolk
stool bankje; knielbankje; kruk; lokduif; lokvink; lokvogel; ontlasting; stilletje; stoel; stoelgang; stoeltje; taboeret; taboeretje; uitstoelen; verklikker; voetenbankje