English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word footing

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
footing
(foothold; stand; station)
staanplaats
;
standplaats
footing
(base; basis; ground; platform; stem)		;
🔗 It probably stood 11½ feet tall and couldn’t fly—but this bird was fast.
(paw);
🔗 Bring the lady forth, and we’ll lay the gold at your feet.
(foot‐end);

EnglishDutch
footing⇆ basis; ⇆ houvast; ⇆ steun; ⇆ vaste voet; ⇆ voet; ⇆ wandelen
lose one’s footing⇆ uitglijden; ⇆ zijn houvast verliezen
miss one’s footing⇆ misstappen; ⇆ uitglijden
obtain a firm footing⇆ vaste voet krijgen
on a footing of equality⇆ op gelijke voet; ⇆ op voet van gelijkheid
on a modest footing⇆ op bescheiden voet
on an equal footing⇆ op voet van gelijkheid; ⇆ paritair
on a war footing⇆ op voet van oorlog
on equal footing⇆ op gelijke voet
on the old footing⇆ op de oude voet; ⇆ op dezelfde voet
on the same footing⇆ op gelijke voet
put it on a new footing⇆ het op een andere leest schoeien
regain one’s footing⇆ weer op de been komen
foot⇆ een voet breien aan; ⇆ infanterie; ⇆ man; ⇆ poot; ⇆ versvoet; ⇆ voet; ⇆ voeteind; ⇆ voeteinde; ⇆ voeteneind; ⇆ voeteneinde; ⇆ voetpunt; ⇆ voetvolk