English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word floatage
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; ; | ||
🔗 It produces both floating and submersed leaves on the same plant. | ||
(hover; hang; waft) | ||
(raft) | laten drijven | |
(initiate; start; institute; introduce; launch; originate) | de stoot geven tot ; het initiatief nemen tot | |
(launch; mount) | ||
; | ||
(low loader) | cignokola postveturilo | |
English | Dutch |
---|---|
floatage | ⇆ strandgoed; ⇆ strandvond; ⇆ zeedrift |
float | ⇆ dieplader; ⇆ dobber; ⇆ dobberen; ⇆ drijven; ⇆ drijver; ⇆ in omloop brengen; ⇆ kasgeld; ⇆ lage wagen; ⇆ lanceren; ⇆ laten drijven; ⇆ onder water zetten; ⇆ oprichten; ⇆ praalwagen; ⇆ schepbord; ⇆ strijkbord; ⇆ vlot; ⇆ vlot krijgen; ⇆ vlot maken; ⇆ vlot trekken; ⇆ vlot zijn; ⇆ vlotten; ⇆ vlotter; ⇆ voorschot; ⇆ wapperen; ⇆ zweven |