English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word except

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(exclude)
(apart from; besides; in addition to; as well as; aside from; beside; but; beyond);
🔗 Do you know any way out except by the gates?
(bar; outside of; apart from); ;
🔗 He could not make any thought come, except that she would not help.
(bar; barring; subject to; without prejudice)
kun rezervo pri

EnglishDutch
except behalve; buiten; een tegenwerping maken; uitgezonderd; uitzonderen
except … op … na
except against een tegenwerping maken tegen
except for behalve; behoudens; uitgezonderd
except to een tegenwerping maken tegen
excepted uitgezonderd
excepting uitgezonderd
exception exceptie; uitzondering