English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word doom and gloom

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(condemn; sentence; denounce; proscribe; convict)
(condemnation; denunciation; proscription; sentence)
(destruction; downfall; fall; perdition; ruin; wreck)
(curse; imprecation)
gloom
(grief; sadness; sorrow; despondence; despondency)
gloom
(dimness; obscurity)
;
gloom
(melancholy; dejection; depression; melancholia)
;
zwaarmoedigheid
gloom
gloom
(sadness; sorrow; dejection; grief; unhappiness; woe)
; ; ;
treurigheid
gloom
(pessimism)
;
zwaartillendheid
;
zwartgalligheid

EnglishDutch
doom and gloom doemdenken
doom doem; doemen; doemvonnis; lot; noodlot; ondergang; oordeel; vonnis; vonnissen
gloom betrekken; donker kijken; donkerheid; droefgeestigheid; duisterheid; kniezen; somber worden; somberheid; verduisteren; versomberen; zwaarmoedigheid