English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word depositor

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
deposit
(scupper)
alfundigi
deposit
(file; lodge; store; bank)
;
deposit
(residue)
;
deposit

EnglishDutch
depositor bewaargever; inlegger; spaarder; storter
deposit aanbetalen; aanbetaling; afzetten; afzetting; bewaargeving; bewaarplaats; bezinksel; bijzetten; borgsom; deponeren; deposito; in bewaring geven; inleg; inleggen; laag; leggen; neerleggen; neerslaan; neerslag; opslaan; pand; staangeld; statiegeld; storten; storting; vindplaats; waarborgsom