English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word deficient

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(defect; flaw; shortcoming; lack);
🔗 Perhaps the time has come to repair the deficiency.
mentally deficient
(backward; retarded)
mense postrestanta

EnglishDutch
deficient debiel; gebrekkig; ontoereikend; onvoldoende; onvolkomen; onvolwaardig; zwakzinnig
be deficient in arm zijn aan; te kort schieten in
mentally deficient debiel; geestelijk minderwaardig; zwakzinnig
deficiency defect; deficit; gebrek; kastekort; leemte; ontoereikendheid; onvolkomenheid; onvolmaaktheid; tekort; tekortkoming