English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word cross‐examine

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(angry; heated; wild);
verstoord
kruci
(peevish; pettish; petulant; morose)
(cover; pass);
🔗 Then you have crossed the Fer Aquilas?
(transverse; crosswise)
(cross out; cancel; overstrike); ;
een streep halen door
;
trastreki
(step across; exceed; overstep)
🔗 A rude cross lay flat upon the barren earth and on it was bound a man—half‐naked, wild of aspect with his corded limbs, glaring eyes and shock of tangled hair.
(scrutinize; survey; test); ; ;
🔗 I examined the maps.
(explore; investigate; research; prospect; survey; study; check out);
🔗 Nearby roads were closed to enable specialist police officers to examine the scene.
(audit; check; supervise; collate; moderate; oversee; review; vet); ;

EnglishDutch
cross‐examine een een kruisverhoor onderwerpen; scherp ondervragen
cross balorig; boos; doorsníjden; drenzerig; dwars oversteken; dwarsbomen; elkaar kruisen; kruis; kruisen; kruising; kruisje; narrig; ordekruis; overschrijden; oversteken; spinnijdig; tegenwerken; trekken over; verstoord; óvervaren
cross‐examination kruisverhoor
examine bekijken; checken; controleren; een examen afnemen; een verhoor afnemen; examineren; in ogenschouw nemen; in verhoor nemen; inspecteren; inzage nemen van; keuren; nakijken; nazien; onder de loep nemen; ondervragen; onderzoeken; tentamineren; tenteren; toucheren; verhoren; visiteren; zich buigen over