English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word cotton

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
cotton
(raw cotton)
🔗 From 1930 to 1990, Uzbekistan provided more than two‐thirds of the cotton produced in the Soviet Union.
cotton
cotton thistle
(Scotch thistle; Scottish thistle)
Java cotton
(kapok; Java kapok; silk‐cotton)
cotton‐tree
(red cotton‐tree; red silk‐cotton)
Indische kapokboom
hinda bombako
cottonwood
(poplar)
cotton‐wool
(wadding)
vato
silk‐cotton
(cotton‐tree; red cotton‐tree; red silk‐cotton)
Indische kapokboom
hinda bombako
silk‐cotton
(kapok; Java cotton; Java kapok)

EnglishDutch
cotton katoen; katoenen; pluizig worden; watten
absorbent cotton watten
cotton candy suikerspin
cotton market katoenmarkt
cotton on doorkrijgen; tot besef komen; tot inzicht komen
cotton plantation katoenplantage
cotton print bedrukte katoenen stof; katoentje
cotton thistle wegdistel
cotton to contact leggen met; vriendschap aanknopen met
cotton velvet katoenfluweel
cotton waste poetskatoen
crochet cotton haakgaren
explosive cotton schietkatoen
Java cotton kankantrie; kankantrieboom; kapokboom
knitting cotton breikatoen
mending cotton stopgaren
cotton‐mill katoenfabriek; katoenspinnerij
cottons katoenen stoffen; katoentjes
cotton‐tree Indische kapokboom; katoenboom
cotton‐wool boomwol; katoennpluis; ruwe katoen; watten
cottony katoenachtig
darning‐cotton stopgaren
gun‐cotton schietkatoen
sewing‐cotton naaigaren
silk‐cotton Indische kapokboom; kankantrie; kankantrieboom; kapokboom