English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word cottager

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(little house);
🔗 Red sunlight poured in through the windows, and the cottage was warm.
(villa);

EnglishDutch
cottager dorpeling; eigenaar van een vakantiebungalow; huisman; hutbewoner; huurder van een vakantiebungalow; landarbeider
cottage buitenhuis; huisje; hut; optrekje; villa; villaatje