English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word converter

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(proselyte)
🔗 Riediijk, 26, a convert to Islam who grew up in a middle‐class family home in Arnhem, is suspected by police of being involved in a terrorist plot in the Netherlands.
aliformiĝi
(change; alter; shift)
(female convert)
;
(change; alter; turn; shift)

EnglishDutch
converter bessemerpeer; convertor; omvormer; omzetter
convert bekeerde; bekeerling; bekeerlinge; bekéren; converteren; een verandering ondergaan; herleiden; inwisselen; ombouwen; omkeren; omrekenen; omschakelen; omzetbaar zijn; ten eigen bate aanwenden; veranderen; verbouwen; verduisteren; zich bekeren; ómzetten