English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word consonant

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Complete assimilation takes place in the case of two or more cononants, making the other consonant or consonants sound completely like them.
consonance
(accord; agreement; accordance; concurrence; concurrency; chord; concord; deal)
consonance
(concord; harmony; agreement)
consonance
(chord)

EnglishDutch
consonant⇆ consonant; ⇆ gelijkluidend; ⇆ in overeenstemming; ⇆ medeklinker; ⇆ overeenstemmend; ⇆ verenigbaar
consonant to⇆ in overeenstemming met; ⇆ overeenstemmend met
consonant with⇆ in overeenstemming met; ⇆ overeenstemmend met; ⇆ verenigbaar met
final consonant⇆ eindmedeklinker
liquid consonant⇆ liquida; ⇆ vloeiklank
permutation of consonants⇆ klankverschuiving
consonance⇆ gelijkluidendheid; ⇆ gelijkluidenheid; ⇆ overeenstemming