English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word consistent
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
consistent | ||
consistent (coherent; connected) | ; samenhangend | |
consistency (consequence) | ||
consistency | ; samenhang ; vastheid | |
inconsistent | ||
inconsistent | tweedrachtig | |
inconsistent (changeable; inconstant; varying) | ; | nekonstanta |
English | Dutch |
---|---|
consistent | ⇆ consequent; ⇆ consistent; ⇆ dicht; ⇆ overeenstemmend; ⇆ samenhangend; ⇆ vast; ⇆ verenigbaar |
consistent with | ⇆ bestaanbaar met; ⇆ overeenkomstig; ⇆ overeenstemmend met; ⇆ verenigbaar met |
insofar as it is consistent with | ⇆ voor zover het te verenigen is met |
consist | ⇆ bestaan |
consistence | ⇆ consequentie; ⇆ dichtheid; ⇆ samenhang; ⇆ vastheid |
consistency | ⇆ consequent zijn; ⇆ consequentie; ⇆ consistentie; ⇆ dichtheid; ⇆ dikte; ⇆ gebondenheid; ⇆ samenhang; ⇆ standvastigheid; ⇆ trouw; ⇆ vastheid |
inconsistent | ⇆ inconsequent; ⇆ inconsistent; ⇆ niet in overeenstemming; ⇆ onverenigbaar |