English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word cheerful

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
cheerful (gay; merry; exuberant; lighthearted; lively; perky; upbeat)	lustig ; monter ; vrolijk ; blij	gaja
🔗 Furthermore, he was always cheerful.
cheerful (gay; merry)	opgewekt	gajhumora
cheerful (gay; merry)	goedgehumeurd ; goedgeluimd ; welgemoed	bonhumora
cheerful	blijgeestig ; joviaal	gajema
cheerful	blijmoedig	gajanima
cheerful	blijmoedig	gajanima
cheerful (sanguine)	sanguïnisch ; temperamentvol ; volbloedig ; vurig	sangvina
cheer	hoera roepen	hurai
cheer	hoera	hurao
cheer (fire; inspire; stimulate)	aanvuren	plifervorigi
cheer (exhilarate; cheer up)	opmonteren ; opvrolijken	gajigi
cheer (make glad; delight)	verblijden ; verheugen ; tot blijdschap stemmen	ĝojigi
🔗 The news did not cheer Guyal.
cheer (hurrah)	hoerageroep ; toejuiching	vivukrio
cheerfully	welgemoed	bonhumore
cheerfulness	jovialiteit	gajemo
cheerfulness	blijmoedigheid	bonhumoreco
cheerfulness	blijmoedigheid	gajanimeco

English	Dutch
cheerful	⇆ blij; ⇆ blijmoedig; ⇆ levenslustig; ⇆ lustig; ⇆ monter; ⇆ opgeruimd; ⇆ opgewekt; ⇆ spitant; ⇆ verblijdend; ⇆ vrolijk; ⇆ wel te moede
cheer	⇆ aanmoediging; ⇆ aanvuren; ⇆ applaudisseren; ⇆ bejubelen; ⇆ bijval; ⇆ bijvalsbetuiging; ⇆ hoera; ⇆ hoera roepen; ⇆ hoerageroep; ⇆ juichen; ⇆ juichkreet; ⇆ opbeuren; ⇆ opgeruimdheid; ⇆ opmonteren; ⇆ opvrolijken; ⇆ toejuichen; ⇆ toejuiching; ⇆ vrolijkheid
cheerfully	⇆ blij; ⇆ blijmoedig; ⇆ lustig; ⇆ monter; ⇆ opgeruimd; ⇆ opgewekt; ⇆ vrolijk