English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word championship

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
championship
world championship
wereldkampioenschap
monda ĉampioneco
champion
;
voorvechter

EnglishDutch
championship kampioenschap; verdediging; voorspraak
chess championship schaakkampioenschap
world championship wereldkampioenschap
champion kampioen; kampvechter; laureaat; overwinnaar; prima; strijden voor; verdedigen; voorstaan; voorvechter