English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word caution

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(warn; alert)
🔗 But economists have cautioned that tariffs are unlikely to achieve that goal and risk hurting economic growth instead.
(discretion; generalship; prudence; wariness); ;
🔗 Do you wonder now at my caution?
caution
(warning; alert; caveat)
cautious
(careful; prudent; wary)
;
cautious
(careful; prudent; wary)
cautious
(evasive; noncommital; oblique)
cautious
;
pripensita
(measure)
(thoughtfulness)

EnglishDutch
caution behoedzaamheid; omzichtigheid; verwittigen; verwittiging; voorzichtigheid; waarschuwen; waarschuwing; waaschuwen
caution against waarschuwen tegen; waarschuwen voor
caution is the mother of wisdom voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast
caution money borg; borgtocht; waarborgsom
cautious bedachtzaam; behoedzaam; omzichtig; voorzichtig
precaution voorbehoedmiddel; voorbehoedsmiddel; voorzichtigheidsmaatregel; voorzorg; voorzorgsmaatregel