English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word canter
English | Dutch |
---|---|
canter | ⇆ femelaar; ⇆ femelaarster; ⇆ handgalop; ⇆ huichelaar; ⇆ in korte galop gaan; ⇆ in korte galop laten gaan; ⇆ in korte galop rijden; ⇆ korte galop |
win in a canter | ⇆ op zijn sloffen winnen |
win in at a canter | ⇆ op zijn sloffen winnen |