English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word budge
English | Dutch |
---|---|
budge | ⇆ bewegen; ⇆ uitstulpen; ⇆ veranderen; ⇆ verroeren; ⇆ zich bewegen; ⇆ zich verroeren |
budge up | ⇆ opschuiven; ⇆ plaats maken |
not budge an inch | ⇆ geen duimbreed wijken; ⇆ geen handbreed wijken; ⇆ geen handbreedte wijken; ⇆ geen voetbreed wijken |