English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bubble over

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
bubble
(bladder)

EnglishDutch
bubble over overkoken; overvloeien van levenslust
bubble bedotten; bel; blaas; blaasje; bobbel; bobbelen; borrelen; bruisen; luchtbel; murmelen; overvloeien; pruttelen; zeepbel; zwendelarij