English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word blindly

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(haphazardly);
🔗 It is something his supporters believe blindly.
(sightless)
blind maken
🔗 He is blinded by his love for the monarchy.
🔗 Putin may be blind to this reality, but many around him are not.

EnglishDutch
blindly blindelings; in den blinde
trust somebody blindly op iemand blindvaren
trust something blindly op iets blindvaren
blind blind; blind maken; blinddoek; blinddoeken; blinderen; blindering; doodlopend; drinkgelag; gordijn; jaloezie; oogklep; rolgordijn; scherm; smoesje; valgordijn; verborgen; verduisteren; voorwendsel; zonder vooruitzichten; zonneblind