English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bevel

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
bevel
(highlight; stick out; stand out)
reliefiĝi
bevel
(chamfer)
schuin afsnijden
bevel
(chamfer)
schuin afgesneden rand

EnglishDutch
bevel afkanten; afschuinen; afsteken; beweegbare winkelhaak; hellen; helling; hoekmeter; scheefhoekig; schuin; schuinen; schuine rand; schuin lopen; schuins
bevelled afgeplat